Gemberachtigen
Gemberachtigen (Alpinia, Caulteya, Hedychium, Roscoea, Thalia, Zingiber) en Canna's
Deze groep voegt een exotische zomerse touch toe aan elke tuin. De meeste komen uit winterslaap, wanneer de voorjaarstemperaturen oplopen naar 15-20 graden C. In ons klimaat begint de groeiergens in mei of juni en gaat door tot de eerste wintervorst. Hoewel dit niet altijd nodig is, geven we er de voorkeur aan onze planten in de tuin te bedekken met een wintermulchlaag. De meeste soorten geven de voorkeur aan een organische, voedingsrijke bovengrond. Veel soorten tolereren de volle zon, hoewel semi-schaduw de voorkeur heeft.
Opmerking: sommige soorten zijn zeldzaam en alleen verkrijgbaar in kleine aantallen beschikbaar, andere kunnen nog in observatie zijn. Beschikbaarheid verschilt per jaar.
Canna (Cannaceae)
Wat betreft Canna’s gaat mijn interesse uit naar de sterkste botanische soorten en vormen met kleine bloemen en aantrekkelijke bladvorm/kleur en habitus. Soms zijn er ook grootbloemige cultivars beschikbaar van Canna ‘Cleopatra’, Canna ‘Pretoria’ en ‘Durban’. Jaarlijks zijn een aantal van de beschreven soorten op voorraad.
Canna
altensteinii is een relatief onbekende maar sterke botanische Canna. Er zijn aanwijzingen dat deze soort uit de koudere bergstreken van de Andes afkomstig is. Dit kan de goede groei in ons klimaat verklaren. Kenmerkend zijn de stevige langgerekte stelen en brede, grote bladeren. Altensteinii groeit op tot ruim 2 meter en is in de zomer getooid met tal van fijne perzikkleurige bloemen. In de nazomer worden de bloemen gevolgd door grote vruchten, gevuld met zwarte zaden zo groot als peperkorrels. Deze Canna maakt stevige wortelstokken en kan een forse pol vormen. Deze soort staat sinds 2004 met succes in de volle grond met een mulchlaag in de winter over het wortelstelsel. Canna ontwaakt in mei-juni uit winterslaap en groeit dan snel op. Graag een warme standplaats.
Canna (glauca) annaei ‘Omega ‘ is een verbetering van Canna ‘Heliconifolia’ en wordt ruim 2 m hoog. Opvallend zijn de grote blauwgroene bladeren en de abrikooskleurige botanische bloemen. In een goede nazomer wordt ook zaad gezet. De bloeitijd is vanaf medio augustus tot de vorst invalt. Sterft ‘s winters bovengronds af. Met een mulchlaag is het een van de weinige Canna’s die het bij ons al vele jaren in de volle grond uithoudt. De witbonte sport van deze vorm is bekend onder de naam Canna annei ‘Stuttgart’. Deze Canna ontwaakt in mei-juni uit winterslaap. Groeit het beste op een vochthoudende, voedzame bodem met voldoende afwatering. Graag in de volle zon.
Canna hybr. ‘Russian Red’ is een waardevolle structuurplant in een exotische beplanting. Het grote donkerrode blad doet niet veel onder voor een banaan. Het jonge blad is donkergroen met rode nerven dat snel doorkleurd naar naar paarsrood in de volle zon. ‘Russian Red’ groeit op tot circa 2 meter en is in de nazomer getooid met tal van fijne botanische rode bloemen. Deze Canna maakt stevige wortelstokken en kan een forse pol vormen. Deze soort staat al meerdere jaren met succes in de volle grond met een mulchlaag in de winter over het wortelstelsel. Canna-hybride 'Robert Kemp' is een groene vorm van hetzelfde type hybride. 'Robert Kemp' groeit ook vele jaren in onze tuin.
Canna iridiflora ‘Ehemanii’ is voor mij een van de meest indrukwekkende Canna’s. Deze vorm maakt relatief grote bladeren waarbij de groeivorm doet denken aan een Heliconia en heeft bloemen in de vorm van rozerode hangende klokken. Met een flink winterdek laat ik ‘s winters enkele planten buiten overwinteren maar voor de zekerheid houd ik er ook een aantal vorstvrij over.
Canna musifolia ‘Grande’ (banana-canna) is een spectaculaire bladplant, met de bladgrootte en groeikracht van een banaan. Waarschijnlijk de grootste binnen zijn soort, tot 4m hoog, met grote diepgroene bladeren met paars randje, dikke paarse stengels en enorme groeikracht. C. musifolia is minder koudebestendig dan C. ‘Omega’. C. musifolia is ook een spectaculaire en gemakkelijke kuipplant (vorstvrij overwinteren). Nog beter is het om ze in het voorjaar in de volle grond te zetten, in het najaar na de eerste nachtvorsten binnen te halen en koel en vrij droog te overwinteren. Canna ontwaakt in mei-juni uit winterslaap. Groeit het beste op een warme, zonnige standplaats in een voedzame, humusrijke en vochthoudende grond.
Canna tuerckheimii Kraenzl. is een zeldzame verschijning en een van de grootste wilde soorten, tot 2,5 a 3,5 m hoog en voorkomend op vrij grote hoogte in de Zuidamerikaanse Andes tot ca. 2.000 m. Dit verklaart ook de goede groei in een koel klimaat als het onze. De lange stelen hebben op ruime afstand grote, banaanachtige bladeren en dragen eind van de zomer rode bloemen die gevolgd worden door (vruchtbare) zaaddozen. Nieuwe introductie, in observatie
Gembers (Zingiberaceae)
Gembers zijn planten met weelderig gebladerte, opvallende bloemen en vaak zoete geur. Onze soorten zijn afkomstig van relatief koude gebieden of grote hoogte in de bergen van Azië. Een indicatie dat ze kunnen groeien in koelere gematigde klimaten. De meeste gembers geven de voorkeur aan humusrijke, vochtige maar goed doorlatende grond in de volle zon of half / gevlekte schaduw. De bloeitijd is, afhankelijk van de soort, tussen juli en november. Gembers komen uit winterslaap in mei-juni. Mulchen tijdens aanhoudende vorst.
Alpinia japonica is een relatief lage gember die tot ca. -8 a -10 wintergroen blijft. Als het kouder wordt sterft het blad af en herstelt de plant zich de volgende zomer. Nog geen bloei van waargenomen.
Cautleya spicata 'Robusta' is een zeer fraaie slanke siergember uit Japan en China is een van de hardste gemberachtigen met exotisch aandoend blad. Opvallend is ook de wijnrode bladsteel. Hoogte 70 – 100 cm, polvormend. Zoals de meeste gembers komt deze soort in het voorjaar vrij laat aan de groei. De bloeiwijze in de nazomer is absoluut mooi. De bloeikolf is scharlakenrood van kleur terwijl de bloemen zelf oranje-geel gekleurd zijn. Dit levert een prachtig kleurcontrast op. Een soort met een voorkeur voor de halfschaduw op een humeuze, voedingsrijke grond. Langzaam vormt zich dan een stevige pol. De bloeitijd is eind augustus – september – oktober.
Cautleya lutea Bream (gracilis) is een mooie, sterke siergember uit Japan en China en een makkelijke groeier. Hoogte 50 cm, polvormend. De rijke bloei in de nazomer is absoluut een in het oog springende verschijning. Uit de conische bloeikolf verschijnen talrijke zachtgele bloemen. Deze soort vormt ook vruchten met zaad. Het is typisch een soort met een voorkeur voor de halfschaduw op een humeuze, voedingsrijke grond.
Cautleya cathcartii is een interessante nieuwe soort met een purperrode bladonderzijde en oranjegele bloemen uit een dieprode bloeikolf.
Hedychium (coccineum x gardnerianum) 'Tara' is een betrouwbaar winterharde kruising met goed bloei- eigenschappen. ‘Tara’ vormt een forse pol met stevige stengels, voorzien van brede, lichtgolvende blauwgroene bladeren. Zijn spectaculaire, verticale bloemaren kunnen wel 25 cm lang worden. De bloemkleur is helder oranje met lange meeldraden. ‘Tara’ is een exotisch ogende plant met dikke rhizomen welke pollen van 1 tot 2 meter hoog vormen.
Hedychium coronarium ‘Chrysoleucum’. Hedychium betekent ‘zoete sneeuw’ en verwijst naar de spierwitte en heerlijk geurende bloemen van H.coronarium Deze soort wordt tot de groep van Butterly Gingers gerekend vanwege de vorm van de bloemen die doet denken aan kleine vlinders. Het is een van de mooiste gembers met smetteloos witte bloemen in de nazomer tot laat in de herfst die heerlijk geuren (citroen-gember). Het ovale blad staat op stevige groene stengels met een uitgroeihoogte van 1,5m. Ze prefereren humusrijke, vochtige, maar goed doorlatende grond op een plaats in de volle zon tot halfschaduw. De bloei ligt, afhankelijk van de zomerwarmte, tussen augustus en november. Het beste als kuipplant.
We hebben 4 vormen binnen de soort densiflorum. Dit zijn allen makkelijk groeiende en goed bloeiende typen. Hedychium densiflorum 'King' is een van de kleinste Hedychiums. ‘King’ ontwikkelt snel een dichte pol van hoge, smal bebladerde stengels welke in de zomer worden bekroond door zachtrode bloemen. Geeft evenals de andere gembers een bijzonder exotische tint aan de tuin.
Hedychium densiflorum ‘Assam Orange’ is een van de kleinere Hedychiums (1 – 1,5 m hoog). ‘Assam Orange’ produceert smal bebladerde stengels met rode bladaanzet welke in de nazomer worden bekroond door talloze helder oranje bloemen. Over het algemeen bloeit deze soort ook later in het seizoen (augustus september).
Hedychium densiflorum ‘Stephen Schilling’ is een grotere vorm van densiflorum met een korte maar uitbundige bloei. De samengestelde bloeikolven zijn warmgeel van kleur. De uitgroeihoogte is ruim 1,5 m. ‘Stephen’ ontwikkelt een pol van hoge, smal bebladerde stengels met rode bladaanzet welke in de nazomer worden bekroond door talloze zwavelgele bloemen met oranje meeldraden.
Hedychium densiflorum 'Sorung' is een prachtige en nog zeldzame variëteit gevonden in de buurt van de gelijknamige plaats in het oosten van Nepal op 2400m hoogte door Edward Needham. Hij lijkt veel op Stephen, inclusief de grotere bloeipluimen, maar dan in het rood.
Hedychium forrestii Hort. Is een bijzonder interssante en tevens grootste gember voor permanente buitenteelt. Deze goed winterharde soort wordt makkelijk 2 meter hoog, bloeit in de (na)zomer met verspreid staande witte bloemen, welke in het najaar gevolgd worden door prachtige rode vruchten. Opvallend is ook de weelderige groei, de grote bladeren en de rijke bloei. Kan in kleinere tuinen als alternatief voor een banaan toegepast worden. Nog slechts beperkt voorradig.
Hedychium greenii is misschien wel de mooiste Hedychium in blad- en bloemkleur De glimmend donkergroene bladeren van de H. greenii hebben een wijnrode onderzijde en de bladstelen zijn eveneens wijnrood van kleur. De grote bloemen zijn helder rood. Ook de groeivorm is goed. H. greenii wordt ongeveer 120 cm hoog. Deze soort maakt ‘keiki’s’ (broedplantjes) in de uitgebloeide bloemknop. Vraagt meer winterbescherming dan andere soorten; bij twijfel vorstvrij overwinteren.
Hedychium maximum ‘Yunnan’ is een forse gember die in China wordt geconsumeerd. De grote zachtgele bloemen verschijnen na een warme zomer.
Hedychium rubrum is misschien niet de meest winterharde maar wel een van de mooiste gember-introducties: De bloeiwijzen zijn diep purper met rode bloemen, gedragen door diep groen bebladerde stelen, circa 100-140cm.
De grootste aller Hedychiums is Hedychium stenopethalum. Deze soort heeft een lange, warme zomer nodig om fors uit te groeien. Enkele planten beschikbaar.
Hedychium spicatum heeft een groot natuurlijk verspreidingsgebied van Kumaun in het westen van Nepal in het oosten tot Guizhou in China en varieert in verschijningsvorm en karakter. Het is een van de meest winterharde en zeer nuttige siergembers. In India worden de geurige wortelstokken van Hedychium spicatum verbrand als wierook en een etherische olie afgeleid van de wortelstokken wordt gebruikt in de parfumerie maar heeft ook antibiotische eigenschappen. De volgende vormen zijn meestal voorradig:
Hedychium spicatum 'Dudh Kosi Valley' bereikt een hoogte van 1,5-2 meter of hoger en vormt lange aren met zacht perzik gekleurde bloemen. H. spicatum is een soort met een hoge vorsttolerantie. Het heeft een stevige, rechtopstaande groeiwijze met lange bossen van strak gespreide, zacht perzik gekleurde bloemen.
Hedychium spicatum 'Salween Valley' is een kleinere (1 m), goed bloeiende vorm die meestal verkrijgbaar is in onze kwekerij.
Hedychium spicatum 'Purpurea' hebben we 15 jaar geleden ontvangen van import uit Noord-India. Deze plant heeft bladeren met een wijnrode onderkant en een donkergroene bovenkant. De bloeiwijze is meer wit. Deze vorm heeft overeenkomsten met het type dat Crug Farm heeft verzameld onder de naam 'Singalila BSWJ2303'. Het groeit 1-1,4 m hoog en is sinds 2003 in onze tuin.
De soort Hedychium wardii is nog in observatie en bloeit met een helder gele bloeiwijze.
Roscoea (Tibetgember of orchideegember)
Roscoea’s zijn de kleinste gembersoorten (15 – 80 cm). De bloem van deze overblijvende knolgewassen uit de gemberfamilie heeft iets weg van irissen en orchideeën. De bloem bestaat uit helmvormige bovenste kroobladeren, een onderlip met brede slippen en twee smalle kroonbladen. De lancetvormige bladeren groeien rechtop. Roscoea’s lenen zich voor toepassing in groepen, in combinatie met andere gembers, siergrassen, ophiopogon en bodembedekkers. Roscoea’s zijn over het algemeen goed winterhard.
Roscoea purpurea is volgens veel bezoekers aan onze tuin een van de mooiste soorten. Binnen purpurea zijn diverse selecties met ieder hun eigen kenmerken. Zo heeft R. ‘Dalai Lama’ en ‘Peacock Eye’ een purperen tot wijnrode dikke bladsteel, spitse groene bladeren en paarse bloemen met een lange kroonbuis. Peacock Eye wordt duidelijk groter dan Dalai Lama. Soms is de zeldzame vorm 'Spice Island' verkrijgbaar, misschien wel de mooiste met rode bladuitloop die in de zomer donkergroen worden, de onderkant en steel blijven wijnrood.
Thalia dealbata (hardy canna, alligator flag) is een bijzonder buitenbeentje binnen de gemberachtigen. Thalia komt van nature voor in het zuidoosten van de Verenigde Staten. Deze vochtminnende plant kan onder gunstige omstandigheden, inclusief bloeiwijze 2 meter hoog worden. De brede lancetvormige bladeren met een oranjerode bladrand zijn ongeveer 40 cm op lange, dunne bladstelen. In de volle zon krijgen de planten een prachtige blauwwitte waas, de onderkant van de bladeren is witbepoederd. Het blad lijkt op de bekende paradijsvogelplant (Strelizia reginae). De blauwpaarse bloempjes staan op lange stelen en komen ver boven de bladeren uit. We kweken deze plant nu 15 jaar buiten en de winterhardheid is tot nog toe goed gebleken bij een winterdek met blad of stro. Het is een stevige, stylistische plant welke meer toepassing verdient. Thalia geniculata is een meer gevoelige soort.
Zingiber mioga is een fraaie, exotische gember uit Japan welke alleen al voor het bladeffect zeer de moeite waard is. Wordt ca 50 – 80 cm hoog. Curieus is de bloeiwijze: deze verschijnen einde zomer vanuit de grond. De bloemknoppen worden in Japan geoogst als delicatesse. Zeer goed winterhard. Er bestaat ook een bontbladige vorm: ‘Dancing Crane’. Deze bonte varieteit is alleen al voor het bladeffect zeer de moeite waard en soms verkrijgbaar op de kwekerij.