ZIEKTEN EN PLAGEN

Bamboe is nauwelijks gevoelig voor ziekten en plagen. Soms kunnen er toch aantastingen voorkomen in bamboe. Hoe herken je ze en wat kun je er tegen doen als behandeling.
De volgende producten hebben we op de kwekerij op voorraad om bamboe op de juiste manier aan te planten en in goede conditie te houden:


Ziekelijk blad
Soms oogt een bamboe ziekelijk waarbij het blad er slecht uitziet en de plant slecht groeit (lichtgroen, vlekken, bruinverkleuring aan de randen of punten). Dat kan te maken hebben met de genetische kwaliteit van de plant; er zijn nog steeds veel verzwakte inteelt-bamboes uit invitro-teelt in omloop van Fargesia murieliae. Botanische bamboes uit het wild zijn over het algemeen sterker en gezonder. Deze hebben wij op voorraad.

Soms spelen omgevingsfactoren ook een rol: strenge vorst, droogte, koude tocht, hitte, nutrienten-deficientie etc kunnen de vitaliteit verminderen.

Bamboes in plantenbakken zijn gevoeliger voor aantastingen vanwege de grotere schommelingen in temperatuur en vochtigheid aan de wortels. Ook als bamboe in en steriele (stads)omgeving staat waar geen ecologische balans is kun je eerder last krijgen van plaag-organismen. In tuinen waar vogels, kleine zoogdieren als egels, en amfibieen leven komen zelden plagen voor.

BLADLUIS
Hoewel bamboe vrijwel ongevoelig is voor aantastingen komt bladluis soms voor in bamboe. Dit kunnen gele, groene of grijze bladluizen zijn die 'overwaaien' van andere planten uit omringende tuinen.

Meestal is de reden dat de planten onder stress staan door bijvoorbeeld droogte, mineralengebrek, watergebrek of overmatige hitte of koude. Vooral bij oostenwind, schraal weer, lage luchtvochtigheid en felle zon duiken hier en daar bladluizen op.  Als een periode met westenwind en regen volgt verdwijnen ze meestal vanzelf.

Bladluis is niet of nauwelijks schadelijk voor de groeikwaliteit van de plant. Door betere verzorging verdwijnen bladluizen ook vaak vanzelf. Je kunt een handje helpen door de luizen met een harde waterstraal eraf te spuiten of door natuurljke vijanden in de vorm van lieveheersbeestjes(larven) uit te zetten (te bestellen via Entocare.nl uit Wageningen).

Honingdauw en roetdauw bij bladluizen
Bladluizen kunnen een kleverige substantie afscheiden, genaamd honingdauw. Dit is makkelijk te verwijderen met de waterstraal, eventueel geholpen door een biologische zeepoplossing of een middels als Fortafol. Als de honingdauw langere tijd blijft zitten kunnen daar bepaalde schimmels op gaan groeien wat resulteert in een zwarte plakkerige substantie. Deze is op dezelfde manier te verwijderen

WOLLUIS
Wolluizen komen zelden voor in bamboe. Ze vertoeven (tijdelijk) onder het schutblad op een jonge halm en zuigen mee met de sapstroom naar de nieuwe zijtakken en bladeren.  Als het schutblad afvalt verdwijnt de wolluis op die plek maar kan op nieuwe halmen met schutbladeren die zijtakken ontwikkelen weer terug komen.

Een zware aantasting kan soms tot slechtere groei leiden maar uiterst zelden tot sterfte. Kan bij diverse riet- en grasachtigen voorkomen. Bamboesoorten die binnen een seizoen hun schutbladeren afstoten hebben praktisch geen last van deze aantasting. Vooral Borinda soorten kunnen gevoelig zijn hiervoor omdat ze het schutblad jarenlang vasthouden om de halm. Afpellen van de schutbladen helpt.

https://entocare.nl/biologische-bestrijding-wolluis/. Een bewezen natuurlijke bestsrijder is Cryptobug (Cryptolaemus montrouzieri, een roofkever die ook in larvaal stadium heel effectief blijkt te zijn bij het jagen op wolluis).

SPINTMIJT
Soms komt na een warme zomer aan de droge zonzijde van bamboe spintmijt voor aan de onderzijde van het blad (zichtbaar als kleine spinseltjes). Dit is herkenbaar aan het lichtgroene tot gele vlekkenpatroon aan de bovenzijde. De aantasting is meestal plaatselijk en heeft over het algemeen geen invloed op de vitaliteit of groeikracht van de plant.

Genoeg sproeien tijdens de zomer helpt enorm (spitmijten hebben een hekel aan vocht). Bij een hardnekkige aantasting kan spintmijt biologisch bestreden worden door het uizetten van roofmijten.

Er zijn goede ervaringen met roofmijt Amblyseius fallacis. Deze soort kan zich vestigen en overwinteren in ons klimaat. In april, als de gemiddelde omgevingstemperatuur rond de 15 graden ligt kan de eerste uitzetting gedaan worden.